Hoe kun je beter samenwerken in een (integraal) BIM project?

Hoe kun je beter samenwerken in een (integraal) BIM project?

Hoe worden BIM modellen uitgewisseld?

In nagenoeg alle bouwprojecten wordt er met verschillende BIM applicaties gewerkt. De modellen van de diverse disciplines bevatten informatie die belangrijk kan zijn voor andere disciplines. Om een eenduidige BIM informatie overdracht plaats te laten vinden is er een gemeenschappelijke standaard ontwikkeld die door alle BIM leveranciers wordt ondersteund; IFC.

Wat is IFC?

IFC is een gestandaardiseerd bestandsformaat voor de bouwkolom dat niet gekoppeld is aan een specifieke software en staat voor ‘Industry Foundation Classes’. Het is daardoor mogelijk eenduidig modelinformatie met ander partijen uit te wisselen en te gebruiken waarbij iedereen met software naar eigen keuze kan werken, de software die het best bij een bepaald discipline past.

De IFC definitie wordt beheerd door BuildingSMART, een internationale organisatie met als doel het bevorderen van de toepassing van open BIM-standaarden als middel voor interoperabiliteit en integratie van het bouwproces.

IFC is een officiële ISO standaard (International Organization for Standardization), waarop ook NEN normen gebaseerd zijn. Het streven van BuildingSMART is daarom ook zoveel standaardisatie als mogelijk toe te passen.

Welke informatie bevat een IFC bestand?

IFC bestanden bevatten niet alleen geometrische informatie over modelelementen maar ook informatie/data over vele andere eigenschappen zoals bouwlagen, ruimte informatie en informatie van bouwelementen zoals locatie, materialisatie, brandwerendheid, kosten, levensduur enzovoort.

Het idee is een gebouw als virtueel model in zijn geheel/ met alle aspecten inzichtelijk te maken en te gebruiken gedurende de gehele levenscyclus van een gebouw. IFC modellen kunnen vanaf het ontwerp, gedurende de uitvoering, na oplevering ook ingezet worden voor gebouwbeheer (Facility Management). Zelfs bij de sloop kan een IFC model nog waardevolle informatie verstrekken over de aanwezige materialen (denk aan een materialenpaspoort – hierover later meer in een volgende blog).

IFC is bedoeld om modelinformatie over te dragen. Dit is niet hetzelfde als overdragen van een projectbestand. Opzet van layouts, visualisatie instellingen, bibliotheken en lijstinstellingen behoren tot de projectspecifieke onderdelen en worden daarom niet mee geëxporteerd naar een IFC model.

Welke voordelen heeft het werken met IFC bestanden?

  • Betreft een standaard methode om het BIM model te beschrijven in informatie/data en geometrie, waardoor software keuze geen bepalende factor en een vrije keuze is.
  • Maakt gebruik van (afgeleide) informatie uit een gecentraliseerde bron mogelijk, om zo verschillen in informatie van verschillende partijen te voorkomen.
  • Eenduidig en snel doorvoeren van revisies in projectinformatie, waarbij gezamenlijk inzicht een kenmerkende factor is.
  • Overdracht / archief functie voor beheer- en onderhoudspartijen in een gestandaardiseerd neutraal formaat.

Effectief samenwerken met een combinatie model – werken AAN in plaats van IN één model

Elke discipline die aan een project werkt heeft een ander zicht op het totaalmodel. Voor een architect zijn bijvoorbeeld vormgeving, gevelmaterialen en locaties van ruimtes van belang terwijl de wapening in een betonnen vloer buiten beschouwing blijft. Voor een constructeur zijn de aspecten waar een architect naar kijkt niet of minder belangrijk. De focus van een constructeur ligt op de constructie, bijvoorbeeld op de wapening in een vloer.
Elk discipline werkt daarom zijn deel van het model (aspectmodel) uit en blijft daar verantwoordelijk voor.

Met het model voegt deze daarmee zijn deskundigheid in de vorm van modelelementen aan het combinatie model toe. De ene partij gebruikt hierbij modellen van een andere partij als onderlegger / referentie in zijn eigen model met als doel het geheel en de consequenties van de eigen bijdrage aan het model te kunnen overzien. Deze referentiemodel methode maakt het mogelijk de verantwoordelijkheden voor aspecten / onderdelen in het model makkelijk te kunnen scheiden.

Maak vooraf afspraken en leg ze vast

Belangrijk voor een succesvol Open BIM project is het maken van afspraken met alle partijen. Hiervoor kan een IPDP protocol (Integrated Project Delivery Protocol) gebruikt worden.
Hierin worden verantwoordelijkheden en rollen vastgelegd en welke informatie in de verschillende aspectmodellen in welke fase aanwezig moet / mag zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het detailniveau van de modellen per fase, elementdefinities, het gezamenlijke nulpunt enzovoort.

Nationaal BIM protocol

Een voorbeeld hiervan is het Nationaal BIM protocol. Dit protocol is bedoeld als onderlegger voor het vastleggen van project specifieke afspraken rond BIM. Het Model BIM Uitvoeringsplan is een template dat projectteams kunnen gebruiken voor het vastleggen van hun onderlinge BIM-werkafspraken.

Hoe zou een OpenBIM proces eruit kunnen zien?

Tijdens een Open BIM proces wordt door de verschillende disciplines steeds meer informatie aan zijn/haar BIM model toegevoegd. Voordat deze informatie door anderen zonder risico toegepast kan worden dient deze getoetst te worden en eventuele issues gerapporteerd worden.

Een (vereenvoudigd) projectverloop zou er dan als volgt eruit kunnen zien:

1. Aanleveren van modellen

  • Een partij levert een basismodel als ontwerpmodel middels een IFC model aan (in het algemeen een architect).
  • Alle andere partijen gebruiken het aangeleverde model als onderlegger / referentiemodel om hun eigen modelelementen uit te werken.
  • Zorg er altijd voor dat een IFC model gecontroleerd is. Verstrek nooit een IFC model ‘blind’, maar controleer deze altijd op bijvoorbeeld de basis eisen (denk aan de BIM basis ILS). Dit kan al eenvoudig met bijvoorbeeld BIMcollab Zoom en de speciaal daarvoor beschikbaar gestelde BIM basis ILS mart View set.

2. Controleren, clashen en valideren

  • Na een eerste fase worden de verschillende aspectmodellen uitgewisseld en van elke partij met hun eigen model vergeleken. Door bijvoorbeeld een model van een ander partij in het eigen model te importeren.
  • Het beheren en uitwisselen van de modellen gebeurt bij grotere projecten veelal via een CDE (Common Data Environment), maar kan ook heel goed (zeker bij kleinere projecten) via bijvoorbeeld Dropbox georganiseerd worden.


Geavanceerdere toetsingen zijn mogelijk door dit in gespecialiseerde BIM software te doen, zoals bijvoorbeeld Solibri Model Checker. Hiermee is een uitgebreide analyse en toetsing mogelijk, bijvoorbeeld op doorkruisingen (clashes) en duplicaten, controle van specifieke eigenschappen, ontbrekende elementen, bouwbesluit eisen etc.

3. Communiceren

  • De eerste toets van alle modellen zal conflicten in het totaalmodel inzichtelijk maken die gecommuniceerd moeten worden. Naast de problemen in een vergadering te bespreken is het mogelijk om te communiceren met behulp van een BCF (Building Collaboration File), of middels een issue management platform als BIMcollab :
  • Een partij constateert een of meerdere problemen, selecteert de elementen die met het probleem te maken hebben en maakt een nieuw issue aan. Dit kan binnen zijn eigen software met speciale plug-ins zoals BCF Managers. Deze plug-ins zijn gratis te downloaden via de websites van software leveranciers of via [LINK].
  • Het BCF bestand wordt opgeslagen en verstuurd naar diegene die verantwoordelijk is voor een oplossing.
  • De ontvanger opent het BCF bestand in zijn eigen software en kan met een dubbele klik direct naar het issue inzoomen op de componenten in het eigen model voor snelle verwerking.
  • Als het probleem is opgelost, meldt de verantwoordelijke via hetzelfde BCF bestand de oplossing door het aangepast BCF bestand met commentaar terug te sturen.
  • Om voor alle partijen meer overzicht over alle issues in een project te geven is het verstandig om gebruik te maken van BIM issue management platformen, zoals BIMcollab. Met deze oplossingen worden in real time alle issues van alle partijen verzameld en inzichtelijk gemaakt.


Meer informatie hierover is te vinden op de website van BIMcollab.

4. Revisie

  • Na het bijwerken of aanvullen van IFC modellen is het nodig de laatste stand van de aspectmodellen opnieuw uit te wisselen om met de laatste stand verder te kunnen werken.
  • Met de laatste stap begint zo een nieuwe cyclus / fase in de uitwisseling tot de gewenste kwaliteit is bereikt voor de volgende fase.

Basisbegrippen en benodigde kennis

Wie voor het eerst aan een Open BIM project begint wordt waarschijnlijk snel met een aantal onbekende termen geconfronteerd. Dit is echter geen reden om er niet mee te beginnen. Veel van de meestal Engelstalige termen hebben te maken met een specifiek specialisme en zijn voor het eigen werk niet van belang.